Tweedehandskleding, rechtvaardig voor mens en klimaat
Duurzame kleding, saai? Niet als het aan Julia Visser ligt. In haar hippe winkel, Regverdig, in Leeuwarden verkoopt ze tweehandskleding voor een fijn prijsje. “Er komen dagelijks mensen in de winkel die zeggen: ‘oh ik had niet door dat dit tweedehands is.’”
Duurzaamheid zat er altijd al wel een beetje in bij Julia. Vroeger struinde ze al vaak de kringloop door op zoek naar mooie dingen te vinden. “Ik had een bijbaan in de kringloopwinkel en later, toen ik in Engeland woonde, ook in de Engelse variant daarvan: een charity shop”, zegt ze. “Toen viel het me op hoeveel mooie dingen mensen afdanken. Dingen die gewoon prima nog een tweede leven kunnen krijgen.”
Duurzame kleding leuker maken
Vroeger rustte er een soort taboe op tweedehands kleding. Naar de kringloop ging je eigenlijk alleen maar als je geen geld had, en arm was. Het rook er vaak stoffig en muf. “De kringloopwinkels waren altijd een soort van loods”, zegt Julia. “Nu noemen ze het hier in Leeuwarden de Recycle Boulevard. Dat klinkt gelijk veel hipper. En verder stijlen ze het ook met allemaal verschillende kamers.”
“Ik zie nu ook dat jongeren steeds meer met duurzaamheid en de klimaatcrisis bezig zijn. Tweedehandskleding kopen wordt ook steeds normaler voor hun. Er zijn zelfs hele groepen waar het juist heel cool is om alleen maar tweedehands te kopen.”
“99% van de reacties in de winkel zijn positief, en soms ook juist omdat het tweedehands is. Ik heb veel mensen die zeggen ‘wat ziet het er netjes uit, ik had helemaal niet verwacht dat dit een tweedehandswinkel is.’ Aan de ene kant is het heel fijn dat mensen het zo positief ervaren, aan de andere kant is het ook heel schrijnend dat er toch nog steeds zo’n vooroordeel is rondom tweedehandskleding.”
“Ik wil met mijn winkel tweedehandskleding en dus ook duurzame kledingopties aantrekkelijker maken. Tweedehands winkelen is niet meer alleen voor mensen die weinig te besteden hebben, het is juist heel erg hip. Daarom ben ik mijn winkel ook begonnen, ik wilde wel tweedehandskleding kopen, maar ik miste een beetje een fijne winkel waar ik dat kon doen. Daarom ben ik hem zelf begonnen.”
Starten vanuit een burn-out
Dat starten van een bedrijf was voor Julia nooit helemaal de intentie geweest. “Ik kwam met een burn-out thuis te zitten”, vertelt ze. “En in die tijd kon ik eigenlijk niet zoveel. Iedereen zegt dan wel dat je gewoon maar leuke dingen moet doen, maar dat lukt ook totaal niet.”
“Ik was eigenlijk docent Engels aan het MBO, maar na een jaar fulltime werken kreeg ik een fikse burn-out te pakken. Toen ben ik gaan nadenken waar ik nou echt heel erg blij van wordt om te doen en waar ik gelukkig van werd. Ik heb ook gesprekken met een coach gehad en daar kwam wel uit dat ik tweedehands heel erg leuk vind.”
Omdat Julia op dat moment zelf ook bezig was met het verduurzamen van haar kledingkast, was ze veel op zoek naar tweedehandskleding. “We wonen zelf boven de winkel. En toen we daar kwamen wonen stond het pand leeg. Ik heb aan mijn huurbaas gevraagd of ik ook het winkelpand mocht huren om mijn winkel te beginnen”, vertelt Julia. “Ik heb eerlijk de situatie uitgelegd en dat ik geen groot startkapitaal had. Van de huurbaas heb ik toen heel veel goodwill gekregen zodat ik kon starten.”
In mei 2019 opende ze de winkel. “Eigenlijk zonder al teveel bombarie, want daar had ik toen de energie nog niet voor. Ik heb voor mezelf grenzen gesteld en heb nog steeds hele beperkte openingstijden om mezelf de rust te geven die ik nog steeds nodig heb. Het was voor mij op dat moment ook een project wat ik nodig had om weer beter in mijn vel te komen en mezelf weer nuttig te voelen.”
Klein beginnen
Ondanks dat Julia weinig startkapitaal had was het niet lastig om aan kleding te komen. “Alle kleding wordt ingebracht door mijn klanten”, vertelt Julia. “Ik sorteer uit wat nog mee kan en wat past bij de tijd van het jaar. De klanten krijgen dan 40% van de verkoopprijs als het verkocht is. Dat kunnen ze dan contant krijgen, of ze kunnen tegoed krijgen om in de winkel uit te geven, wat veel mensen ook doen. Daardoor wordt het een heel circulair proces.”
“Mensen zijn daardoor heel erg betrokken bij de winkel. Het is een community geworden op deze manier. Dat had ik van tevoren nooit zo kunnen bedenken. De klanten voelen zich verbonden en willen mij en de winkel steunen omdat ze het zo’n mooi concept vinden. Dat vind ik een van de leukste dingen aan het runnen van de winkel.”
Doordat Julia zo klein begon, was het ook makkelijker om de winkel snel zonder groot start kapitaal te openen. “Daarnaast maak ik ook geen verschil in merken en neem ik ook Zara of Primark aan. Tweedehands is tweedehands en ik weiger geen merken”, zegt Julia. Maar daardoor zijn de marges op de kleding ook niet erg groot. “Ik kan er van leven, maar ik word er niet rijk van. Voor mij is dat genoeg, ik doe iets waar ik heel gelukkig van word en waarmee ik iets goeds doe voor de wereld.”
Onrechtvaardigheid
In de tijd van haar burn-out heeft ze ook verschillende documentaires gezien waaronder The True Cost. “Dat is echt een eye-opener geweest. En het lastige vind ik als je eenmaal iets weet, dat je niet meer kan doen alsof je het niet weet.”
Daardoor kan ze niet meer zonder schuldgevoel een bloesje kopen bij de H&M. “Ik besloot in 2015 een heel jaar geen (nieuwe) kleding meer te kopen. En dat vond ik toen heel erg moeilijk. Ik ging wel naar de kringloop, maar kleding kopen is ook een soort hobby van me en ik miste het om nieuwe combinaties te maken.”
Na een jaar pakte ze het kleding kopen toch weer op. Maar dit jaar van heel bewust geen nieuwe kleding kopen en het zien van de documentaires zorgde er wel voor dat ze in 2019 Regverdig opende. Een bijzonder naam met een mooie betekenis. “Mensen denken vaak dat het Fries of Scandinavisch is, maar dat is niet zo. De naam komt uit Zuid-Afrika.”
De betekenis? Rechtvaardig.
“Ik kan heel slecht tegen onrechtvaardigheid. Deze naam past daar precies bij. Het gevoel dat ik bijdraag aan rechtvaardigheid met mijn winkel en dat de keuzes die dagelijks maak bijdragen aan meer rechtvaardigheid. Daar doe ik het voor.”